tot Pyreneeën - Reisverslag uit Parijs, Frankrijk van robwildschut - WaarBenJij.nu tot Pyreneeën - Reisverslag uit Parijs, Frankrijk van robwildschut - WaarBenJij.nu

tot Pyreneeën

Door: rob wildschut

Blijf op de hoogte en volg

20 Juni 2010 | Frankrijk, Parijs

Inmiddels ben ik op de hoogte van de verschrikkingen van het slechte weer in Frankrijk. Gesneuvelde auto’s, overstromingen, wegstromende fietsen, afdrijvende tenten. Ik heb alles van horen zien want mij overkomt het allemaal niet. Slechts vorige week heb ik een paar uurtjes mijn regenspullen aan gehad. Tot nog toe heb ik tijdens het fietsen alleen maar opklaringen terwijl ik steeds juist na aankomst op mijn bestemming nog een uurtje of twee heb om de omgeving met wat wandelen tot mij door te laten dringen alvorens het begint te regenen en dat gaat gestaag door tot de volgende ochtend wanneer het water stopt met vallen alsof het zich als door een almachtige hand plots tegen laat houden. Ook tijdens het fietsen speur ik regelmatig de bovenliggende luchtlagen af naar vol water bezwangerde wolken, dus de goden verzoeken, en zelfs dat veroorzaakt geen enkele neerslag.
Nu de Pyreneeën al steeds dichter bij komen moet ik mij gaan afvragen waar ik die wil oversteken. Er zijn twee keuzes. Ik kan via Oloron Ste. Marie een pasweg de bergketen over. De pas is rond de 1600 meter hoog maar heeft een aanloop van ongeveer twintig kilometer. Ook is er mogelijkheid ten zuiden of ten noorden van Pau richting St. Jean-Pied-de-Port te gaan en daar de Pyreneeën over te gaan. Die pas is ongeveer 1100 meter hoog met een wat steilere klim, denk ik, maar overtreft de acht procent niet, krijg ik de indruk. Tja, het hangt er maar van af. In ieder geval ga ik de volgende dagen ten zuiden van Pau langs want die route is minder berg- en heuvelachtig. De essentiële keus krijg ik zondag voor de kiezen. Dan verwacht ik in Oloron Ste. Marie te zijn en ga dan of nog een 60 kilometer naar het westen over de tenen van de Pyreneeën naar St. Jean-Pied-de-Port of meteen de Pyreneeën in. Misschien kan ik de keus nog een dag uitstellen door mijn eerste rustdag op te nemen en dus twee dagen te blijven in Oloron Ste. Marie.
Na mijn vertrek uit Moissac fiets ik langs de boorden van de Tarn, het verbindingskanaal tussen de Tarn en de Garonne en na ongeveer twintig kilometer ga ik via een grote brug de Garonne over. Dan wordt het weer klimmen en dalen en weer klimmen. Korte stukjes van twee honderd meter en tien procent zijn dan net te halen zonder af te stappen. Sommige nog kortere en steilere stukjes moet ik wel afstappen om uit te hijgen. Uiteindelijk staat er op de weg een bordje dat hier ergens rechtsaf een bakkertje is. Ik haal even een stokbrood en daar staat Mieke uit het vorige hoofdstuk ook een stokbrood te kopen. “Dat is toeval” zeg ik. “Ik weet niet of dat toeval is”, zegt zij lachend. Mieke komt uit Venlo en heeft een mooi kruisje aan haar hals hangen. In ieder geval drinken we koffie aan de overkant van de weg. We besluiten samen verder te fietsen. Het tempo kan er in blijven want we komen vandaag geen markten en dus ook geen kraampjes tegen die Mieke zo graag allemaal zou willen bekijken. Mieke heeft spieren als kabels want ik heb soms moeite om haar bij te houden maar zij heeft minder bagage. Dat wil zeggen: ik heb nog allerhande gereedschapjes en reserveonderdelen voor het geval dat het ergens in het binnenland van Spanje verkeerd zou gaan. Ik vraag of ze ook wat reservegereedschap bij zich heeft. “Nee hoor, alleen bandenplak” zegt ze. “ja maar als je spaken nou breken, of als je je buitenband aan gort rijdt, wat dan?”. ” Dan zijn er fietsenmakers” zegt ze. “maar je rijdt nooit je fiets aan barrels voor de deur van een fietsenmaker, bovendien ben ik er al 200 km geen een tegen gekomen” antwoord ik “Dan is er wel iemand die mij helpt” zegt ze. En zo praten we gezellig de dag door.
We komen aan in Lectoure. Een mooi oud plaatsje met steil aflopende straatjes. Bij een doorgangetje staat een bankje waarvan ik denk dat het een privé tuin is maar dat blijkt niet zo te zijn. Er staat een eenvoudig panoramabord. Wanneer je de gegevens van het panoramabord projecteert boven de horizon weet je precies welke bergen je heel in de verte bij kraakhelder weer zou moeten kunnen zien. De toppen zouden boven de 3000 meter moeten liggen. Maar hoe wij ook turen, we kunnen niet door de nevel prikken.
Mieke overnacht het liefst in kloosters, of bij de nonnen of een ander pelgrimsslaapoord. Vanavond hebben we afgesproken samen ergens te eten. Zij slaapt weer bij nonnen op zaal, in chambrettes, kleine half afgescheiden bedden op een zaal waar zij de enige is. Het eten is gezellig maar door het kletsen vergeten we dat Mieke haar fiets nog ergens op straat heeft geparkeerd. Het is hier geen Nederland. Die fiets staat er gewoon nog. Ook al zou hij niet op slot hebben gestaan, zou hij er nog staan. Mieke wil ook wel een salade als deel van het dagmenu. Gelukkig kan ik nu met mijn eerder opgedane kennis inzake het eten van ingewanden Mieke voor een ramp beschermen. De salade die bij het menu van de dag hoort bestaat uit spiermaagjes van ganzen en gebakken worst met varkensdarmen, resp “andouilettes” en “gésiers”. De aardige jongen maakt op ons verzoek een veelkleurige gezonde salade composé. De volgende ochtend spreken we om negen uur af bij de kerk om samen verder te fietsen.
Echter ik ontmoet Mieke voor het geplande tijdstip alweer bij de bakker en zo fietsen we na een bezoek aan de groenteboer samen de dag in. “De rit vandaag is minder zwaar dan gisteren om dat er iets minder geklommen hoeft te worden” zeg ik. “Ik denk dat we wel naar Montesquiou kunnen fietsen en daar heb ik iets gereserveerd al klopt volgens mij die reservering niet in die B&B daar, enfin we zien wel” zeg ik. Mieke vindt het allemaal best. Een prachtige route volgt weer. De dag begint koud met ongeveer een graad of veertien. Mieke wisselt wat tussen lange broek, jas en dan weer korte broek. Ik houd mijn T-shirt en korte broek aan maar heb het wel koud en volgens Mieke is dat slecht voor de spieren waar zij natuurlijk gelijk in heeft. Gaandeweg merken we dat er meer warmte in de lucht zit maar dat die nog ergens vvor ons wordt vastgehouden. Soms trekken donkere luchten over ons en is het koud. Soms even een lekker zonnetje dat bijna recht boven ons staat want het is ten slotte bijna de langste dag. We komen vbeel pelgrimwandelaars tegen. Het moeten er tientallen zijn. Maar waarom ze juist vandaag zo massaal op weg zijn, is mij een raadsel
De klimmen waarvan ik verwachtte dat zij niet meer zouden komen, komen wel. Zelfs nog een paar lange stevige klimmen van zeven procent. Maar we praten veel met name op de picknick plaatsjes. Mieke heeft in de afgelopen jaren wel erg veel meegemaakt. Haar man overleden. Haar broer, die hoogleraar wiskunde was op de Technische Universiteit van Twente, kreeg op de leeftijd van 54 Parkinson en haar vader die jaren geleden zelfmoord pleegde, zij zelf liep bij een ongeluk een whiplash op en heeft voor haar revalidatie moeten vechten. Toen zij dacht dat alles achter de rug was en het Pieterpad ging lopen was haar moeder van 89 van mening dat zij de grote schoonmaak nu wel eens kon gaan doen. Moeder viel van de trap en Mieke moest het pieterpaden afbreken om zich door de beaurocratische krochten van het zorgstelsel heen te wurmen om haar moeder de verzorging te kunnen geven die zij nodig achtte. Maar na “kruis komt kracht” heeft Mieke in haar levenvaandel staan en zij heeft zich, gelijk de Baron van Münchenhaussen, aan haar eigen haren uit het moeras getrokken.
Vijftien kilometer voor Montesquiou drinken we koffie. Mieke een grote zwarte en ik zoals gewoonlijk een grote koffie met warme melk in een kannetje separaat . Het is een cafélokaaltje dat gelijk in een museum thuishoort. Her en der wat stoelen, gebroken marmeren tafelbladen, foto’s van vergane en gelukkige glorie. Mevrouw de eigenaar kijkt verrast op. Wat komen die twee mensen hier nou doen, lijkt ze te denken. De ene bezoeker kijkt gelijksoortig. Maar het ijs breekt snel als blijkt dat wij niets kwaads in de zin hebben. Ik vraag aan Mieke waar zij denkt te gaan overnachten want volgens mij komt er niet zoveel meer en al helemaal geen kloosters of chambrettes bij nonnen. Het is een uitgedunde streek met erg weinig voorzieningen. Mieke besluit om de eigenaresse te vragen of er iets in de buurt is en besluit dan ook maar even naar het hotelletje te laten bellen waarvan ik dacht dat ik daar gereserveerd had. Ja hoor Mieke heeft nu ook daar een kamer. Voor de zekerheid vraag ik ook nog maar even of mijn belletje doorgekomen is en dat was dus niet het geval, wat ik al dacht. Ik reserveer dan ook maar gelijk.
De laatste kilometers zijn zwaar. Bovendien is het koud en begint het wat te regenen. Wij zijn rond half tien gaan fietsen en komen om ongeveer half vijf aan. Ik ben blij dat we gebeld hebben want er is hier niets te vinden laat staan te slapen. Ik heb trouwens ook nergens campings gezien. Oja, eentje maar die was volgens mij gesloten. Weliswaar hebben we uitgebreid aan een picknick tafel gegeten maar toch gaat de teller vandaag door al dat klimmen niet verder dan 67 kilometer.
Het hotelletje heet heel toepasselijk “l’Auberge” en is niet om aan te zien. De oude waakhond waakt niet meer en kijkt gewoon door ons heen. Alleen de voorkant van het onooglijke maar anderzijds ook charmante hotelletje is gesloten. We besluiten op ontdekkingstocht te gaan langszij van het hotelletje en gaan de steeg is. Diverse deuren die niet op slot zijn van de horecagelegenheid komen hier op uit, zoals een buiten wc, de deur van de keuken, de deur die, zoals later blijkt de toegang is tot het hotel, en via een trap met daar ter zijden van een grote oude vieze rioleringsbuis. Boven aan de trap gaan we ergens naar binnen en stuiten op een onverlichte gang waar blijkbaar kamers zijn. De rest van de trap leidt naar een onkruid tuin waar ook niemand is. De volgende deuren aan het steegje leiden tot werkplaatsen waar sedert 100 jaar niets meer is opgeruimd maar wel gezaagd is. Dan komt de achterzijde van het hotel aan de beurt en daar is ook niemand. Wel staan overal diverse tafeltje en stoeltjes te wachten op betere tijden. Mieke stelt voor om maar voor het hotelletje onder de luifel droog te blijven en te gaan zitten wachten. Dat doen we dan maar en ik zeg dat ik even bel naar het hotel. De telefoon hoor ik over gaan en er wordt zowaar opgenomen met een slaperige stem.
De fietsen kunnen we achter het gebouw in de oude schuur kwijt. We krijgen ieder ons eigen kamertje. Wanneer ik wil douchen moet dat in de kamer tegenover bij gasten die er niet zijn en ga er maar van uit dat er toch niemand meer komt en anders bij Mieke douchen.We drinken beneden even wat en we beginnen de eigenaar met zijn vader toch wel te waarderen. Om half acht staat het eten klaar met een liter rode wijn. Speciaal wordt alles voor ons gemaakt. Wij zijn en blijven de enige gasten. We krijgen een lekkere uiensoep met onder andere aardappels er in met veel brood en daarna een bord met pasta, een soort quiche, sla, een flink stuk eend en nog zo wat zaken. Daarna vraagt “le patrôn” of we nog ijs willen of iets anders. We eten alles op want we hebben honger voor twee.
De eigenaar is trots op zijn zaak. Het mooiste van de zaak ligt namelijk verscholen achter het gebouw. Dat deel waar wij wel zochten maar niets zagen. Hij laat ons de propere keuken zien. Het is kruip, sluip, buk en buig door het oude half vervallen gebouw tot wij volstrekt verrast in een mooie eetzaal komen die barstens vol staat met stoelen en tafels. Alles is al weer klaar voor het middagmaal voor de volgende dag. Hier blijkt maar weer eens uit dat Fransen het noon maal serieus nemen. Iedere middag eten hier ongeveer 50 mensen en de baas laat ons, omdat wij ongelovig kijken, de reserveringen zien. Wie had dit gedacht dat achter iets onooglijks een pareltje schuil gaat. Onze slaapkamertjes zijn met de bekende franse slag gedaan. Alles is half af, of was af maar is door gebruik weer terug bij half af.. Maar ja, daar is de inclusief prijs voor de overnachting, eten, wijn en het ontbijt dan ook naar. Mieke denkt nog even na over welke route zij morgen weer terug neemt. Uiteindelijk moet zij weer eind volgende week in de buurt van Cahors zijn want daar wacht haar zoon trouw op haar met de auto. Wij wisselen gegevens uit en ik hoop oprecht dat we contact houden. Na het ontbijt scheiden onze wegen.
Het is even wennen weer in mijn eentje te fietsen. Ik duik een steile afdaling in en het aparte en oude plaatsje verdwijnt hoog achter de steile rotspunten. Het is een uitgedund gebied. Uiterst kleine plaatsjes schuiven af en toe aan mij voorbij. Bij redelijk helder weer zou ik de Pyreneeën nu toch duidelijk moeten kunnen zien. Alles is omhuld door nevel of laag hangende wolken. Een sterke tegenwind trotseer ik. Tussen de middag besluit ik ook maar eens een warme Franse maaltijd te nemen. Dat bevalt mij niet goed omdat ik nog tegen de wind in moet en omdat ik nog wat klimmetjes moet nemen. Voortaan houd ik het toch maar bij een flink stuk stokbrood met paprika of zo. De temperatuur gaat vandaag niet hoger dan de zestien graden. Alleen tijdens klimpartijen word ik echt warm. Ook vandaag weer midden op de middag kom ik op de 55 kilometer uit. Voor Nederlandse plattelandbegrippen een armzalige afstand. De chambre en tevens table d’hôte wacht geduldig op mij. Maar goed dat ik even gebeld heb want ik kom niets meer tegen, noch om ergens gezond inkopen te doen, noch gezond te eten noch om ergens gezond te slapen.
Ik sla een zijweg in en kom na één kilometer bij mijn onderdakadres. Ik word uiterst vriendelijk ontvangen door een blije mevrouw van mijn leeftijd op oude boerderij waar zij lekker groententuint en wat met kersenbomen doet. In ieder geval staat er in het kleine boomgaardje een radio te loeien om de vogels weg te houden, zo legt zij mij uit.. Ik ben de enige gast. Ik krijg koffie en een lekker groot stuk koek. Zij is zichtbaar blij dat er iemand is. Dat wil zeggen, er zijn wel andere mensen maar daar word je niet echt vrolijk van. Mevrouw heeft nog twee andere gasten die al tien jaar bij haar wonen. Dat zijn echter geretardeerden. Er zijn hier in de buurt geen opvangmogelijkheden voor deze mensen en het département betaalt de gastouder(s) voor de opvang, eten en onderdak.
Om half acht gaan we aan tafel, mevrouw en ik. Haar twee andere gasten eten in een belendend vertrek. We kletsen gezellig en de maaltijd is zo uitgebreid dat ik er morgen ook nog de hele dag op kan fietsen, vrees ik. Eerst krijg ik, maar de uitbaatster neem dat zelf ook allemaal, een cassis likeur met een schaaltje nootjes en een hele fles wijn samen. Daarna een gemengde salade. Verdraaid, ik ruik het alweer. Er zitten weer “gésiers” in. Hoe kan het. Ik kom mijn hele leven al in Frankrijk en nu ben ik in drie weken ongevraagd drie keer met deze bijzondere lekkernij geconfronteerd. Hoe red ik mij hier uit. Ik besluit gewoon eerlijk te melden dat wij daar in onze lage landen niet tegen kunnen maar dat zij er misschien de andere twee gasten een heel groot plezier mee kan doen. Zij begrijpt het dilemma meteen en maakt een heerlijke andere gemende salade. Zij geniet duidelijk van de spiermaagjes van ganzen. Daarna een zelfgemaakte overheerlijke courgette soep, gevolgd door heerlijke eend met aardappels en groente en als toetje ijs met vruchten uit haar eigen tuin, gevolgd door een grote bak koffie.
Samen met haar eten is een aangename bezigheid en de tijd vliegt. Zij vertelt mij van alles over haar zelf. Dat haar moeder overleden is toen zij nog geen twee was en dat zij op haar veertiende moest gaan werken en dat haar man acht jaar geleden veel te jong is gestorven. Zij volgt een cursus Spaans om ook tegen Spaanse gasten iets in het Spaans te kunnen zeggen. Soms proberen we elkaar in het Spaans duidelijk te maken wat we bedoelen. Van het pensioentje dat haar man haar achter liet kan zij niet rondkomen. Zij ontvangt ongeveer vier honderd euro per maand. Zij heeft de inkomsten van de verzorging van de twee andere gasten hard nodig maar ook de inkomsten van de “chambre en table d’hôte”. Haar zoon is timmerman en heeft op de tweede verdieping van de grote boerenwoning een paar flinke moderne kamers met eigen badkamer gemaakt voor de gasten. Een dorpje verder woont haar dochter met kinderen. Het is echter ook in Frankrijk crisis en zij merkt dat er minder gasten zijn dan vorig jaar rond dezelfde tijd. Ook speelt mee dat het weer hier volstrekt van slag is. Het is al geruime tijd meer dan tien graden kouder dan normaal. Gewoonlijk is het hier rond de 25 graden. Zij is bijzonder opgewekt en vraagt steeds of ik nog wat nodig heb, koffie misschien, of thee, of wat brood of iets anders. Wat een behulpzaamheid. Ook zij zal wel in haar levensvaandel dragen, na kruis komt kracht.
Het heeft de hele nacht hard geregend en ik vrees het ergste voor vandaag. De weersberichten blijven volhouden dat het over een dag of twee weer heerlijk weer wordt. Tot op heden heb ik alleen met de temperatuur pech. De regen valt voordat ik ga of nadat ik ergens arriveer en verder valt deze naast mij. Echter de nieuwe dag ziet er somber uit voor mij. De volgende ochtend krijg ik een ruimhartig on-Frans ontbijt met verse eieren, yoghurt, zelfgemaakte paté, schapenkaas, dikke plakken ham, een enorme kop zwarte koffie met een nog enormere kan warme melk en diverse soorten heerlijke zelf gemaakte jam.
Ik vertrek met droog weer maar na tien kilometer gaat het regenen en trekt de wind lekker door. Ik schuil diverse keren voor de allerfelste regen en fiets dan maar weer verder. Gelukkig zijn er weinig klimmetjes. Ik geef het op en stop bij een klein oud hotelletje en vraag of zij nog plaats hebben. Ja hoor, oh wat bent u nat. Allemaal gefietst? en dan helemaal uit Nederland? Op de laatste twee vragen en de eerste opmerking kan ik bevestigend reageren. Ik hang de natte spullen in het cv hok en ga lekker douchen. Daarna ben ik weer nieuw en is de regen nota bene gestopt. Het mooiste is dat ineens de nevel en de lichte mist wat optrekken en dat ik via heldere doorgangen in de nevel de Pyreneeën voor mij zie oprijzen. Wat een prachtig imponerend cadeau op deze middag. Ik heb dus blijkbaar de hele tijd over de tenen van het gebergte gefietst zonder dat ik mij daar van bewust was al was de rit wel overgoten met (kleine)klimmetjes en dalletjes.
In dit hotelletje is geen internet en dus typ ik maar lustig door, bladzijde na bladzijde. Trouwens ik verwacht ook niet zo vaak meer internet te treffen De telefoon is nog uit het draaischijf tijperk. Een derde van het hotelletje is vol, dat wil zeggen dat er dus twee kamers geboekt zijn van de zes. Een echtpaar in een auto en de fietser. Bij de ingang hangt toch duidelijk een aanbeveling van een rugzakorganisatie maar er zijn geen rugzakkers. In de prijs zit weer het avondeten. Ik zie wel wat ik krijg.
Gelukkig zijn het deze keer geen ingewanden. Alles smaakt mij prima. Ik bespreek met de eigenaar de mogelijke paswegen over de Pyreneeën Spanje in. Soms heeft zo’n geboren getogen wat oudere persoon nog mooie stiekeme doorgangetjes in de aanbieding. Er komen diverse kaarten en kaartjes uit de kast maar hij denkt in auto’s en dat helpt niet echt, of beter gezegd, echt niet. Eerst moet ik dan naar Oloron St. Marie voor ik door kan gaan naar St. Jean-Pied-de-Port en daar Spanje in te gaan.. De naam van dat middeleeuwse pelgrimsplaatsje is afgeleid van voeten en poort/toegang. Dus lopend door de toegangspoort die naar de overzijde van de Pyreneeën leidt. Tja, waarom zou ik ergens anders dan ook de Pyreneeën over steken?
Inmiddels ben in Oloron Ste. Marie waar ik internet heb. Het blijft modderen met het weer. Heel Frankrijk prachtig weer als ik de meteo moet geloven, maar aan de tenen en hoger van de Pyreneeën komt alle bewolking samen. Af en toe regen en veel kou. Ik zie op de kaart dat er een spoorlijntje vanaf Oloron Ste. Marie loopt over de bergketen heen Spanje in. Ik vrees dat die trein niet meer rijdt maar wellicht is er een busverbinding warm Spanje in.
En na een uurtje is mij duidelijk dat ik morgen om zeven voor tien met de bus mee kan en de fiets gaat onderin, hoop ik. De Bus zet mij een dik uur later net na de Spaanse grens boven in de Pyreneeën af. En zo kan mijn reisplan ineens wat veranderen.Ik denk dat ik dan toch maar een bezoek ga brengen aan Zaragoza. Ik kwam fietsers uit Barcelona tegen die er geweest waren en die meldden dat de stad zelf fietsvriendelijk en prachtig is. Er zijn 40 punten waar men fietsen op straat kan huren.
Zaragoza (een verbastering van de naam van de Romeinse keizer Ceasar Augustus) ligt in een laagvlakte waar het normaliter bloedheet is. Echter nu is het daar zelfs matig warm. Dan ergens naar het zuiden bij Teruel de oude "voie verte" (oud spoortraject dat tot fietspad gepromoveerd is)oppakken naar Valencia en dan langs de kust een 200 kilometer (schat ik) naar Alicante
Ik kwam twee Canadezen tegen en die waren op de fiets ook aan het vluchten voor de kou. Zij hoorden dat het op e col vroor. Overigens scheelt mij dat maar één dag fietsen. Ik ben veel te vroeg in Alicante. Ik zal volgende week eens kijken of ik mijn vlucht kan vervroegen. Dat kan bij Transavia heel makkelijk. Kost wel eur 35,-
Wat heb ik toch een mooie reden om niet de Pyreneeën over te hoeven fietsen (maar dat heb ik vorig jaar al gedaan)
Wordt vervolgd wanneer ik weer eens internet heb.
Rob

  • 20 Juni 2010 - 21:12

    Fred:

    Blij weer van je te horen Rob! De berichten uit Frankrijk - gelukkig uit een regio meer naar het Oosten - waren nogal alarmerend. Ik begrijp dat jij ook nog heel wat regen te verstouwen hebt gekregen......maar een cycliste d'Hollande kan daar wel tegen. Houd moed!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Actief sinds 27 April 2008
Verslag gelezen: 333
Totaal aantal bezoekers 206529

Voorgaande reizen:

25 Mei 2015 - 25 Mei 2015

Madrid naar Lissabon en verder

20 Juni 2014 - 20 Juni 2014

Fietsen in eigen schaduw Duitsland

08 December 2013 - 13 Januari 2014

Fietsen in eigen schaduw van Bangkok naar Phuket

08 December 2012 - 07 Januari 2013

Fietsen in eigen schaduw Thailand en Maleisië

22 Augustus 2012 - 22 Augustus 2012

Fietsen Breda, Parijs, Bordeau, Montpellier

20 December 2011 - 07 Januari 2012

Fietsen in eigen schaduw door Vietnam/Cambodja

04 Maart 2011 - 29 Maart 2011

fietsen Costa Rica/Nicaragua in mijn eigen schaduw

20 December 2010 - 10 Januari 2011

Cuba fietsen

08 April 2014 - 30 November -0001

Spanje, Portugal in eigen schaduw

17 April 2013 - 30 November -0001

Fietsen in mijn eigen schaduw rondje Spanje

23 Mei 2012 - 30 November -0001

Fietsen in mijn eigen schaduw naar Malaga

12 Mei 2011 - 30 November -0001

Fietsen in mijn eigen schaduw naar en van Praag

13 Augustus 0000 - 30 November -0001

misschien naar Berlijn

30 November 2009 - 30 November -0001

Richting Alicante fietsen in mijn eigen schaduw

30 November -0001 - 30 November -0001

Mijn eerste reis

Landen bezocht: